Doe-het-zelfliefde – Hoofdstuk 1

Doe-het-zelfliefde - Hoofdstuk 1

Een tapasbar, te veel cocktails, een ex met een nieuwe vriendin én een mysterieuze man met blauwe ogen. Milly dacht dat het niet gekker kon. Tot ze wakker wordt met een kater… én een vreemde in haar keuken.

Milly loopt van de dansvloer af richting de wc’s. Voor haar gevoel danst ze al de hele nacht alsof haar leven er vanaf hangt. Af en toe hangt ze om die mooie man, die haar zo raar aankijkt; heel diep in haar ogen staart. Die mooie blauwe ogen, waar ze in wegzwemt, de diepte in. Mooi, maar wel vreemd. Zijn lijf is fantastisch. Ze past precies in zijn armen, alsof het haar plekje is daar. Zonde om zich van hem los te maken. Maar ze moet wel, want ze moet echt heel nodig naar de wc, anders gaat het niet goed.

Het voelt gelijk koud als ze zich van hem losmaakt. Ze zou hem bijna meenemen naar de wc. Er trekt iemand aan haar arm. Ze kijkt om, het is haar leraar Duits. Wat doet hij nu hier. Ze probeert zich los te trekken, maar het lukt niet…. Ze roept dat hij haar moet loslaten, maar de muziek staat te hard.

Ineens is het stil. Verschrikt doet ze haar ogen open. Tenminste, dat probeert ze, maar dat lukt nog niet helemaal. Haar hoofd draait. Ze blijft stil liggen met haar ogen dicht. Plassen moet ze nog steeds.

Ze hoort geluiden in de keuken. En ze ruikt koffie. Waar is ze? Thuis? Het lukt haar nu haar ogen een stukje open te doen. Voorzichtig draait ze haar hoofd. Ja, ze is in haar eigen bed.

‘Ha schone slaapster, eindelijk wakker?’

Van schrik spert ze haar ogen nu wagenwijd open en kijkt recht in de ogen van de man uit haar droom. Niet haar leraar Duits, maar die met dat fantastische lijf en die ogen die zo diep in die van haar boorden. Ze herkent hem uit haar droom, maar ze kent hem niet. Wat doet hij in haar slaapkamer? En wat doet haar leraar Duits van 20 jaar geleden in haar droom? ‘Uhhh’ stamelt ze. ‘Hier, ik heb een paar paracetamolletjes, en een glaasje versgeperste jus d’orange voor je. Tegen de hoofdpijn en voor de vitamientjes. Neem maar, dan voel je je vast snel weer wat beter’. Hij heeft een aardige stem.

‘Ik heb toch helemaal geen sinaasappels in huis?’ Heel voorzichtig komt ze een stukje overeind, pakt de twee pilletjes van hem aan en neemt een paar slokjes van de sinaasappelsap. Ze is bang dat ze moet overgeven, maar gek genoeg smaakt het goed. Goeie eerste vraag, zegt ze in zichzelf. Ze had beter kunnen vragen: wie ben jij en wat doe je in mijn huis, maar dat durft ze niet goed. Ze probeert te bedenken wat er gebeurd is gisteren. Hij heeft wel indruk gemaakt, want hij zat in haar droom -hoewel, haar leraar Duits was daar ook, dus dat zegt niet veel. ‘Dank je wel’, zegt ze. 

‘Graag gedaan. En nee, je had geen sinaasappels. Ik heb snel een paar boodschappen gedaan. Ik heb het trouwens geperst gekocht. Er staat ook koffie. En een beschuitje met aardbeien. Misschien heb je er straks zin in. Ik zou graag nog verder met je praten, maar ik moet er nu vandoor’. Hij draait zich om en loopt naar de deur.

‘Wacht, wie ben je, wat doe je hier, en wat hebben wij gedaan?’, floept ze er dan ineens uit. Hij kan toch niet zomaar haar huis uitlopen, zonder dat ze dat weet?

‘Au, dit is slecht voor mijn ego. Ik dacht dat ik meer indruk zou hebben gemaakt. Mijn naam is Fred en je hebt me bijna gesmeekt om je niet alleen te laten. Dat heb ik graag gedaan. Maar nu moet ik echt hollen, anders ben ik te laat op mijn afspraak’. Hij loopt nog even terug naar haar bed, geeft haar een kus op haar voorhoofd en loopt dan weg.

Verbouwereerd blijft ze liggen terwijl ze de voordeur dicht hoort vallen. Na een minuut of tien voelt ze zich inderdaad iets beter. Behoedzaam gooit ze haar benen uit bed en langzaam loopt ze nu dan toch eindelijk naar de wc. Daarna loopt ze haar appartement door. In de keuken staat koffie klaar, met het beschuitje aardbeien. Maar verder is alles net als anders. Geen spoor van Fred meer in haar huis.

Langzaam komen er wat beelden terug van gisteravond. Ze was met Lotte, haar beste vriendin, naar de nieuwe tapasbar in de stad. Het begon heel gezellig, maar toen ze daar even waren, kwam ineens Dick, haar ex, met zijn nieuwe vriendin binnen. Ze probeerde hem te negeren, maar dat lukte niet heel goed. Ze ziet hen nog zitten, ze gedroegen zich als verliefde pubers. Ze gaven elkaar hapjes van hun eten. Bah, wat een kinderachtig gedoe zeg! Zoals zij ook altijd samen deden. Tenminste, in het begin, toen ze nog verliefd waren. Het deed pijn, hem zo te zien met die trut. Zo voor haar neus. Ze had natuurlijk weg kunnen gaan, maar nee, zij wilde laten zien dat zij zich ook amuseerde. Dus bestelde ze nog een cocktail voor Lotte en zichzelf. En die was heerlijk! Dus bestelden ze er nog een. En even later kregen ze een cocktail van een paar mannen waar Lotte mee zat te flirten. Een van hen was erg leuk. Fred, beseft ze nu ineens. Niet veel later gingen ze met z’n vieren naar Het Dak, waar ze waarschijnlijk nog meer heeft gedronken. En gedanst. Maar verder dan dat ze daar naar binnen stapte, komt ze niet meer. Stom dat ze wel dat beeld van Dick met z’n Eucalypta precies nog voor zich kan halen, maar geen enkel beeld heeft van haar met Fred vannacht. Ze heeft werkelijk geen idee of ze het met hem heeft gedaan. Dat zou ze toch moeten weten? Moeten voelen? Maar niets, geen spierpijn, geen herinnering.

Ze heeft geen zin meer om erover na te denken. Ze schaamt zich, heeft nog steeds hoofdpijn. Ze stapt onder de douche. Ze laat het warme water over zich heen stromen en hoopt dat alle schaamte ook mee wegspoelt. 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven