Waarom komen goede invallen nooit wat eerder?

Waarom komen goede invallen nooit wat eerder?

Ik probeer overeind te komen. Dat valt niet mee op mijn leeftijd, nadat ik al meer dan een uur op mijn knieën in het grind zit. Alles doet pijn. Knieën, rug, handen. Ik zet door, ik moet toch echt in beweging komen. Na wat gekraak en gesteun, gaat het langzaam wat soepeler. Waarom kom ik niet eerder op het idee om dat plastic opstapding dat op zolder staat, te gebruiken als krukje? Ik loop naar boven terwijl ik mijn gedachten laat gaan over hoe mijn hersens werken. Waarom komen goede invallen nooit eens wat eerder?

Het was een leuk idee, toen de vriend van een van mijn zoons voorstelde om van de overgebleven tegels in mijn tuin een bank te maken onder de twee bomen. Deze vriend had samen met mijn zoons een prachtige veranda in mijn tuin gemaakt. Er moest een hoop grond en puin nog worden afgevoerd, maar een deel daarvan kon dan mooi in die bank. Dat scheelde weer een hoop. “We hebben nog hout over, dat kan eroverheen gelegd worden”, zei hij. En ik gelijk enthousiast “Oh, dat is leuk, dan ga ik dat mozaïeken”. Hij keek een beetje bedenkelijk, met een blik van ‘oké, wat jij wil’. Ook mijn zoons keken wat twijfelachtig ‘ze heeft weer wat nieuws hoor’. Maar ik had bijna vakantie en dit leek me een leuk project.

Op mijn manier ging ik me voorbereiden. Een eerder gemaakt tafelblad was niet mooi meer, glazuur van de tegels en voegen heel vies. Dus internet op, op zoek naar informatie: welke tegels gebruik je voor buiten, welk voegmiddel, moet het hout voorbehandeld worden. Lijm had ik nog. Met veel moeite las ik de kleine lettertjes op de pot. ‘geschikt voor natte ruimtes’, dus dat zat wel goed. Tegels werden besteld, speciaal voegmiddel ook. Alles veel duurder dan verwacht uiteraard. Het hout werd op maat gezaagd, de boorgaten er vast in (2 daarvan beplakte ik later toch per ongeluk) en voor de zekerheid 3 lagen met verdund houtlijm eroverheen, want dat had ik ergens gelezen.

Ik had een eenvoudig ontwerpje bedacht, de tegels op kleur geschat en besteld. Uiteraard moest er later nog een nabestelling gedaan worden, want die lucht, daar ging toch wel heel veel blauw in zitten.

Mijn vakantie begon en ik ging direct aan het werk. De tegels kapot slaan met een hamer ging goed, de stukken daarna op maat knippen bleek onmogelijk. Mijn tang ging niet door die dikke buitentegels heen. Na een hele middag proberen was het resultaat zere handen en blaren. Het was niet te doen. Ik gaf het al bijna op. Dus weer internet op en op zoek naar andere tangen. Voor de zekerheid 3 soorten besteld. Weer een hoop geld en dat is toch zonde, vooral als er 2 tangen niet doen wat je wilt. Gelukkig 1 wel. Ook werkhandschoenen gekocht en weer aan de gang. En fijn, ditmaal ging het een stuk beter.

Nadat ik 2 van de 3 platen heb beplakt, ben ik op bezoek bij mijn zus. Mijn zwager, die nogal handig is, vraagt of ik het hout wel behandeld heb. “Uiteraard” zeg ik “met 3 lagen verdunde houtlijm”. “Heb je wel de goede lijm gebruikt?”

“Oh jee, waarschijnlijk niet, want de goedkoopste van de Action. Wat nu?”

“Ik zou het nog een keer behandelen met grondverf of met jachtlak” was zijn advies. Dus ik een pot jachtlak gekocht en de zij- en achterkant vol gekwast. De voorkant kon niet meer, die was al beplakt. Hoewel ik wel wat gemorst heb op de randjes van de tegeltjes.

Terwijl ik bezig was met die jachtlak, borrelde ineens in mijn hoofd weer de ‘geschikt voor natte ruimtes’ van mijn lijm op. Dat is niet hetzelfde als ‘geschikt voor buiten’, toch? Dus nogmaals internet op. En ja hoor, wat ik ineens vreesde, lees ik daar: pastalijm is niet geschikt voor buiten. Wel in natte ruimtes, maar niet vorstbestendig. Waarom, oh waarom zoek ik dat niet beter uit voordat ik begin? Ik ben al 2 weken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig. Wat is dat voor een voorbereiding?

Bellen met de mozaïekspeciaalzaak. Hij dacht dat het niet heel veel kwaad kon, als ik het maar heel goed voeg. Ik bestel een nieuwe pot lijm, die wel geschikt is voor buiten. Gek genoeg toch een pastalijm. De laatste tegeltjes beplak ik daarmee.  

Mijn drie weken vakantie zitten erop. Ik ben klaar, op het afwerken na. Daarvoor moet het droog worden. Na een paar dagen is het zover, de platen worden op de bank geschroefd, ik vul de randjes op. Nog even drogen en dan kan ik voegen.

Dat dacht ik wel even in mijn lunchpauze te kunnen doen. Maar ineens twijfel ik over de hoeveelheid voegmiddel. Ik dacht dat ik 2 potten reserve had, maar nogmaals berekenen komt uit op precies genoeg, en dat risico wil ik niet nemen. Dus bestel ik nog een pot. Terwijl ik de bestelling invoer denk ik nog ‘kan ik er niet beter nog 1 of 2 bijdoen’, maar doe het niet.

Zaterdag, de post is op tijd. Ik kan het afmaken. In de voeghandleiding staat: zo dik als pindakaas. Ik heb wel eens vaker gevoegd en dan maakte ik het wat dunner. Maar goed, zo staat het hier dus ik hou het dik. Ik laat 3 zakjes achter de hand. En ga aan de gang.

Het lijkt weinig. Het is weinig. Te weinig. Ik word heel erg gestrest ineens. Het is te dik (er werd vast pindasaus bedoeld, in plaats van pindakaas), het droogt te snel. Ik maak snel nieuw bij. Heb nog een zak van de bouwmarkt liggen, wel een ander merk en andere kleur, maar ik gooi het erbij. Ik moet wat, het moet af, je kan niet zomaar halverwege stoppen. Ik red het net. Maar het begin is al droog. Ik ga met een doekje over de tegels om ze schoon te vegen. Maar het is zoveel werk. Ik ben het zat. Ik wil pauze, even zitten. Ik ben nog niet klaar, maar er wel klaar mee.

Even later toch maar weer verder. Het is er niet meer af te krijgen met een doekje. Ik krab met mijn nagels, ik gebruik schuursponsjes. Mijn handen en vingers doen zeer, mijn nagels zijn allemaal gebroken. Ik sta gebukt, dan zittend op mijn knieën in het grind. Elk tegeltje krijgt een poetsbeurt van mij. Het is al avond. Ik kom moeizaam overeind. ‘Waarom ga ik niet op dat opstapding zitten, dat is toch veel comfortabeler’ bedenk ik me ineens.

Zo werkt mijn hoofd dus. Af en toe. En af en toe niet, lijkt het. Het gaat in golven, heel globaal. En al doende komen er invallen, zijwegen, andere ideeën en pas ik me aan. Meestal voel ik me daar goed bij. Soms kost het onnodig veel geploeter.

Toch is het klaar. En mooi. Met trots kijk ik naar mijn bank. Met een beetje schaamte naar mijn nagels.

Dit bericht heeft 5 reacties

  1. Daniele brand

    Ohhhhh wat een werk . En heel herkenbaar dat je zo druk in je hoofd bent met van alles. En de pijn. Maar wat is het ontzettend mooi geworden zeg😃😊

    1. TekstenvanTan

      Dank je wel. En nu maar hopen dat de tegeltjes niet los springen met een beetje vorst van de winter …

  2. Janet

    Wat een doorzetter ben je, respect!!! En wat is het mooi geworden…

Geef een reactie