Weekendje weg

Ik lig op mijn rug op bed. De kamer is donker, het bed voelt vreemd, de geluiden zijn zo heel anders dan thuis. Mijn gedachten slaan op hol. Ik voel mijn hart bonken in mijn borstkas, mijn ademhaling gaat snel. Mijn mond is droog. Ik beweeg niet, lig klaar om op te springen. Buiten een geluid. Loopt daar iemand? Of zijn het de bladeren van de bomen. Iets op het grind, heel zachtjes. Het kan natuurlijk een vogel zijn, of een konijn, een rat. Het kan van alles zijn natuurlijk. Misschien gewoon de wind. Zou er iemand naast het raam staan? Zal ik kijken?

Het is 2 uur ‘s nachts. Ik lig al minstens een half uur zo stijf en stil in bed. Mijzelf gek te maken. Alweer. Ontspannen lukt me niet. Was ik toch maar vanavond naar huis gegaan.

Het leek zo’n goed idee, een weekendje weg. Helemaal alleen. Op zaterdag stond een online workshop op mijn programma. Dat kan natuurlijk gewoon thuis, maar daar zit ik al de hele week achter mijn laptop op mijn veel te kleine werkkamertje. Een weekendje ‘op verplaatsing’ zoals mijn Belgische vrienden het zo mooi uitdrukken, was precies wat ik nodig had. Een mooi cadeautje aan mezelf.

Dus ik boekte een leuk huisje, op het platteland. Ik dacht dat het met meerdere huisjes op een boerenerf stond, maar dat bleek niet het geval. De andere huisjes van de verhuurder wel, maar deze lag apart, wat achteraf. Langs een stil straatje, met wijds uitzicht en heel in de verte wat boerderijen. Om het huisje heen bomen en struiken. Ik zat lekker beschut. In het daglicht vond ik het perfect. Het weer zat ook mee en de eerste avond sliep ik als een roos. Zaterdagochtend zag ik dat ik het raam van de andere slaapkamer -beide slaapkamers waren op de begane grond, aan de zijkant van het huisje- wagenwijd open had laten staan. Er had zomaar iemand naar binnen kunnen komen.

De workshop volgde. Buiten zitten was helaas iets te fris. Geen probleem, we waren toch aan het schrijven. En toen het klaar was, kwam de zon tevoorschijn. De rest van de dag heb ik heerlijk buiten zitten lezen. Ik had geen zin er verder op uit te gaan en bestelde voor mezelf een pokebol. Met wat extra garnalen erbij, anders kwam ik niet aan het minimum bestelbedrag. Even later hoorde ik een auto het hek binnenrijden, het grind knarste. Een aardige jongeman sprong uit de auto en liep naar mijn deur. Ik gaf hem een fooitje en hij bedankte me vriendelijk. Op dat moment kreeg ik een vaag onbestemd gevoel. Het besef dat ik hier helemaal alleen in the middle of nowhere zat en deze jongen wist dat. Want ik heb een 1-persoonsportie besteld. Heel even had ik de neiging om naar binnen te roepen dat het eten er was, zodat hij dacht dat ik niet alleen was. Maar deed het niet. De jongen liep weg en keek nog achterom, over zijn schouder. Naar mij. Waarschijnlijk gewoon vriendelijk, misschien vanwege de fooi. Geen idee. Op dat moment besteedde ik er niet echt aandacht aan, of wimpelde het weg; ‘niet aanstellen, niets aan de hand’ ofzo. Maar er werd iets in mijn hoofd geplant.

Het eten -lekker buiten op het terras- smaakte goed, en toen het wat frisser werd, ging ik naar binnen. Verder lezen. Een spannend boek. De gordijnen deed ik dicht toen het donker werd. Wat een vreemde schaduwen zag ik en wat was het donker! Ik zette nog een kop thee en las verder. Tot ik mijn ogen bijna niet meer open kon houden. Ik deed de lampen uit. En ineens ging mijn fantasie op hol: ‘Stond er niet iemand hier buiten, voor het raam?’ Ik ging kijken, heel voorzichtig, het gordijn iets opzij. Ik wilde zeker weten dat er niemand was. Ik dacht aan de bezorger. Hij dacht vast dat ik een makkelijke prooi zou zijn. Ik liep door naar het andere raam, ook heel voorzichtig. Stel je voor dat je wel iemand ziet, die ook net naar binnen kijkt. Of, nog erger, die ineens achter me staat als ik me omdraai. Zoals in films altijd gebeurt. Mijn hartslag ging al lang niet meer normaal. Ik maakte mezelf gek. Terwijl ik normaal gesproken echt niet bang aangelegd ben. Teveel fantasie heb ik wel. Ik maande mezelf weer tot rust en ging mijn tanden poetsen. Maar een kwartier nadat ik op bed lag, deed ik het licht weer aan. Toch nog maar even puzzelen. Het idee dat iemand hier zo langs mijn slaapkamerraam kon lopen, naar binnen kon gluren (nou ja, niet helemaal, de gordijnen waren goed dicht), maakte het extra eng. Als de slaapkamer boven zou zijn, zou het minder eng zijn. Ik bedenk nog dat ik morgenavond niet weer zo’n zenuwslopende avond/nacht wil meemaken. Ik ga gewoon zondagavond naar huis in plaats van maandagochtend.

Na een tijdje kon ik mijn open niet meer open houden. Ik sprak mezelf streng toe: “Wat denk je nou dat er kan gebeuren? De kans dat het een psychopaat is die het prettig vindt vrouwen van middelbare leeftijd aan stukken te snijden, of de huid van je lijf wil stropen met een fileermes, of je ogen uit je kassen wil halen terwijl hij je vastgebonden heeft en met een prop in je mond zodat je niet kunt schreeuwen, of andere sadistische dingen wil doen, is bijzonder klein. Als die knul vanmiddag al ergens aan dacht, dan is het om mijn spullen te stelen. Hij zou alleen maar blij zijn dat ik op bed lig en slaap. En dan merk ik het vanzelf morgenochtend wel. Dus stel je niet aan”. Ik haalde nog een paar keer bewust rustig en diep adem en van vermoeidheid viel ik eindelijk in slaap.

Zondagochtend, een heerlijke morgen. De zon scheen, de lucht was blauw, wat wil een mens nog meer? In het daglicht vond ik mezelf een grote aanstelster. Idioot dat ik me vannacht zo onnodig druk heb gemaakt. Na het ontbijt pakte ik mijn zwemspullen en stapte op de fiets. Lekker de omgeving wat rondfietsen en dan gaan liggen bij de recreatieplas hier vlakbij. Ik genoot volop van deze mooie dag. En besloot om gewoon, zoals de bedoeling was, maandagochtend naar huis te gaan.

Vanavond ben ik weer veel te lang blijven lezen. Het was al aan het schemeren toen ik de gordijnen dicht deed. Ik las tot mijn boek uit was. Ik maakte weer een rondje door het huis. Keek voorzichtig achter de gordijnen nadat ik de lampen had uitgedaan. Ik zag niets. Maar er kon natuurlijk best iemand achter die struiken staan. Of precies hiernaast tegen de muur. Of …. er zijn heel veel plekken waar iemand mij ongezien kan bespieden.

Nu lig ik toch op bed. Op mijn rug. Mijn gedachten slaan op hol. Ik voel mijn hart bonken in mijn borstkas, mijn ademhaling gaat snel. Mijn mond is droog. Ik beweeg niet, lig klaar om op te springen ….

Was ik toch maar vanavond al naar huis gegaan ….

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. Daniele Brand

    😂zoooooo herkenbaar. Leuke blog weer. Kijk al uit naar de volgende 😊

Geef een reactie